Selected

Original Text
Fred Leemhuis

Available Translations

16 An-Naĥl ٱلنَّحْل

< Previous   128 Āyah   The Bee      Next >  

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ
In the name of Allah, Most Gracious, Most Merciful.

16:35 وَقَالَ ٱلَّذِينَ أَشْرَكُوا۟ لَوْ شَآءَ ٱللَّهُ مَا عَبَدْنَا مِن دُونِهِۦ مِن شَىْءٍ نَّحْنُ وَلَآ ءَابَآؤُنَا وَلَا حَرَّمْنَا مِن دُونِهِۦ مِن شَىْءٍ ۚ كَذَٰلِكَ فَعَلَ ٱلَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ ۚ فَهَلْ عَلَى ٱلرُّسُلِ إِلَّا ٱلْبَلَـٰغُ ٱلْمُبِينُ
16:35 En de aanhangers van het veelgodendom zeggen: "Als God gewild had hadden wij niets in plaats van Hem gediend, wij noch onze vaderen en ook zouden wij buiten Hem om niets verboden hebben." Zo handelden ook zij die er voor hun tijd waren. Hebben de gezanten dan een andere plicht dan de duidelijke verkondiging? - Fred Leemhuis (Dutch)