Selected

Original Text
Salomo Keyzer

Available Translations

28 Al-Qaşaş ٱلْقَصَص

< Previous   88 Āyah   The Stories      Next >  

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ
In the name of Allah, Most Gracious, Most Merciful.

28:23 وَلَمَّا وَرَدَ مَآءَ مَدْيَنَ وَجَدَ عَلَيْهِ أُمَّةً مِّنَ ٱلنَّاسِ يَسْقُونَ وَوَجَدَ مِن دُونِهِمُ ٱمْرَأَتَيْنِ تَذُودَانِ ۖ قَالَ مَا خَطْبُكُمَا ۖ قَالَتَا لَا نَسْقِى حَتَّىٰ يُصْدِرَ ٱلرِّعَآءُ ۖ وَأَبُونَا شَيْخٌ كَبِيرٌ
28:23 Toen hij aan den bron van Madian was aangekomen, vond hij, nabij haar, een gezelschap van mannen, die bezig waren hunne kudden te drenken. Bij hen vond hij twee vrouwen, die hare schapen op eenigen afstand hielden. En hij zeide tot haar: Wat doet gij hier? Zij antwoordden: Wij zullen onze kudden niet drenken, dan nadat de schaapherders de hunne zullen hebben weggedreven; want onze vader is een achtingswaardig man van hoogen ouderdom. - Salomo Keyzer (Dutch)