بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ
In the name of Allah, Most Gracious, Most Merciful.
29:1
الٓمٓ
29:1
A[lif] L[aam] M[iem]. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:2
أَحَسِبَ ٱلنَّاسُ أَن يُتْرَكُوٓا۟ أَن يَقُولُوٓا۟ ءَامَنَّا وَهُمْ لَا يُفْتَنُونَ
29:2
Rekenen de mensen er dan op dat zij met rust gelaten worden omdat zij zeggen: "Wij geloven" en dat zij niet aan verzoeking worden blootgesteld? - Fred Leemhuis (Dutch)
29:3
وَلَقَدْ فَتَنَّا ٱلَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ ۖ فَلَيَعْلَمَنَّ ٱللَّهُ ٱلَّذِينَ صَدَقُوا۟ وَلَيَعْلَمَنَّ ٱلْكَـٰذِبِينَ
29:3
Wij hebben hen die er voor hen waren aan verzoeking blootgesteld. God zal dus zeker hen die de waarheid spreken kennen en Hij zal de leugenaars kennen. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:4
أَمْ حَسِبَ ٱلَّذِينَ يَعْمَلُونَ ٱلسَّيِّـَٔاتِ أَن يَسْبِقُونَا ۚ سَآءَ مَا يَحْكُمُونَ
29:4
Of rekenen zij die slechte daden begaan erop dat zij Ons te vlug af zullen zijn? Slecht is het wat zij oordelen. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:5
مَن كَانَ يَرْجُوا۟ لِقَآءَ ٱللَّهِ فَإِنَّ أَجَلَ ٱللَّهِ لَـَٔاتٍ ۚ وَهُوَ ٱلسَّمِيعُ ٱلْعَلِيمُ
29:5
Als iemand de ontmoeting met God verwacht? Gods termijn komt echt en Hij is de horende, de wetende. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:6
وَمَن جَـٰهَدَ فَإِنَّمَا يُجَـٰهِدُ لِنَفْسِهِۦٓ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ لَغَنِىٌّ عَنِ ٱلْعَـٰلَمِينَ
29:6
En wie zich inzet, die zet zich tot zijn eigen voordeel in. God heeft de wereldbewoners niet nodig. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:7
وَٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّـٰلِحَـٰتِ لَنُكَفِّرَنَّ عَنْهُمْ سَيِّـَٔاتِهِمْ وَلَنَجْزِيَنَّهُمْ أَحْسَنَ ٱلَّذِى كَانُوا۟ يَعْمَلُونَ
29:7
Zij die geloven en de deugdelijke daden doen, hun zullen Wij hun slechte daden kwijtschelden en Wij zullen hen belonen voor het beste dat zij deden. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:8
وَوَصَّيْنَا ٱلْإِنسَـٰنَ بِوَٰلِدَيْهِ حُسْنًا ۖ وَإِن جَـٰهَدَاكَ لِتُشْرِكَ بِى مَا لَيْسَ لَكَ بِهِۦ عِلْمٌ فَلَا تُطِعْهُمَآ ۚ إِلَىَّ مَرْجِعُكُمْ فَأُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ
29:8
En Wij hebben de mens opgedragen goed voor zijn ouders te zijn. Als zij er echter bij jou op aandringen aan Mij metgezellen toe te voegen, waarvan jij geen kennis hebt, gehoorzaam hun dan niet. Tot Mij is jullie terugkeer. Ik zal jullie dan meedelen wat jullie aan het doen waren. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:9
وَٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّـٰلِحَـٰتِ لَنُدْخِلَنَّهُمْ فِى ٱلصَّـٰلِحِينَ
29:9
Zij die geloven en de deugdelijke daden doen zullen Wij bij de rechtschapenen binnen laten gaan. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:10
وَمِنَ ٱلنَّاسِ مَن يَقُولُ ءَامَنَّا بِٱللَّهِ فَإِذَآ أُوذِىَ فِى ٱللَّهِ جَعَلَ فِتْنَةَ ٱلنَّاسِ كَعَذَابِ ٱللَّهِ وَلَئِن جَآءَ نَصْرٌ مِّن رَّبِّكَ لَيَقُولُنَّ إِنَّا كُنَّا مَعَكُمْ ۚ أَوَلَيْسَ ٱللَّهُ بِأَعْلَمَ بِمَا فِى صُدُورِ ٱلْعَـٰلَمِينَ
29:10
En onder de mensen zijn er die zeggen: "Wij geloven in God." Wanneer hun echter wegens [hun geloof in] God leed wordt aangedaan stellen zij de beproeving van de mensen gelijk aan Gods bestraffing. Maar als er van jouw Heer een overwinning komt dan zeggen zij: "Wij waren toch met jullie." Weet God dan niet het best wat er in de harten van de wereldbewoners is? - Fred Leemhuis (Dutch)
29:11
وَلَيَعْلَمَنَّ ٱللَّهُ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَلَيَعْلَمَنَّ ٱلْمُنَـٰفِقِينَ
29:11
God zal zeker hen die geloven kennen en Hij zal de huichelaars kennen. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:12
وَقَالَ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ لِلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ ٱتَّبِعُوا۟ سَبِيلَنَا وَلْنَحْمِلْ خَطَـٰيَـٰكُمْ وَمَا هُم بِحَـٰمِلِينَ مِنْ خَطَـٰيَـٰهُم مِّن شَىْءٍ ۖ إِنَّهُمْ لَكَـٰذِبُونَ
29:12
Zij die ongelovig zijn zullen tegen hen die geloven zeggen: "Volgt onze weg, dan zullen wij jullie fouten dragen." Zij zullen echter niets van hun fouten dragen; zij zijn leugenaars. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:13
وَلَيَحْمِلُنَّ أَثْقَالَهُمْ وَأَثْقَالًا مَّعَ أَثْقَالِهِمْ ۖ وَلَيُسْـَٔلُنَّ يَوْمَ ٱلْقِيَـٰمَةِ عَمَّا كَانُوا۟ يَفْتَرُونَ
29:13
Zij zullen hun eigen lasten dragen en nog andere lasten bij hun eigen lasten. En zij zullen op de opstandingsdag verantwoording moeten afleggen over wat zij verzonnen hadden. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:14
وَلَقَدْ أَرْسَلْنَا نُوحًا إِلَىٰ قَوْمِهِۦ فَلَبِثَ فِيهِمْ أَلْفَ سَنَةٍ إِلَّا خَمْسِينَ عَامًا فَأَخَذَهُمُ ٱلطُّوفَانُ وَهُمْ ظَـٰلِمُونَ
29:14
En Wij hebben Noeh naar zijn volk gezonden en hij verbleef duizend jaar in hun midden, op vijftig jaar na. Toen greep de overstroming hen terwijl zij onrecht pleegden. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:15
فَأَنجَيْنَـٰهُ وَأَصْحَـٰبَ ٱلسَّفِينَةِ وَجَعَلْنَـٰهَآ ءَايَةً لِّلْعَـٰلَمِينَ
29:15
Maar Wij redden hem en de opvarenden van het schip en Wij maakten het tot een teken voor de wereldbewoners. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:16
وَإِبْرَٰهِيمَ إِذْ قَالَ لِقَوْمِهِ ٱعْبُدُوا۟ ٱللَّهَ وَٱتَّقُوهُ ۖ ذَٰلِكُمْ خَيْرٌ لَّكُمْ إِن كُنتُمْ تَعْلَمُونَ
29:16
En Ibrahiem. Toen hij tot zijn volk zei: "Dient God en vreest Hem. Dat is beter voor jullie, als jullie het maar wisten. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:17
إِنَّمَا تَعْبُدُونَ مِن دُونِ ٱللَّهِ أَوْثَـٰنًا وَتَخْلُقُونَ إِفْكًا ۚ إِنَّ ٱلَّذِينَ تَعْبُدُونَ مِن دُونِ ٱللَّهِ لَا يَمْلِكُونَ لَكُمْ رِزْقًا فَٱبْتَغُوا۟ عِندَ ٱللَّهِ ٱلرِّزْقَ وَٱعْبُدُوهُ وَٱشْكُرُوا۟ لَهُۥٓ ۖ إِلَيْهِ تُرْجَعُونَ
29:17
Maar jullie dienen in plaats van God afgoden en jullie brengen laster voort. Zij die jullie in plaats van God dienen hebben geen macht om jullie van levensbehoeften te voorzien. Zoekt de levensbehoeften dus bij God en dient Hem en betuigt Hem dank; tot Hem worden jullie teruggebracht. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:18
وَإِن تُكَذِّبُوا۟ فَقَدْ كَذَّبَ أُمَمٌ مِّن قَبْلِكُمْ ۖ وَمَا عَلَى ٱلرَّسُولِ إِلَّا ٱلْبَلَـٰغُ ٱلْمُبِينُ
29:18
En als jullie [mij] van leugens betichten, gemeenschappen voor jullie tijd hadden al van leugens beticht. De gezant heeft slechts de plicht van de duidelijke verkondiging." - Fred Leemhuis (Dutch)
29:19
أَوَلَمْ يَرَوْا۟ كَيْفَ يُبْدِئُ ٱللَّهُ ٱلْخَلْقَ ثُمَّ يُعِيدُهُۥٓ ۚ إِنَّ ذَٰلِكَ عَلَى ٱللَّهِ يَسِيرٌ
29:19
Hebben zij dan niet gezien hoe God de schepping laat beginnen en haar dan herhaalt? Dat is voor God gemakkelijk. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:20
قُلْ سِيرُوا۟ فِى ٱلْأَرْضِ فَٱنظُرُوا۟ كَيْفَ بَدَأَ ٱلْخَلْقَ ۚ ثُمَّ ٱللَّهُ يُنشِئُ ٱلنَّشْأَةَ ٱلْـَٔاخِرَةَ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ عَلَىٰ كُلِّ شَىْءٍ قَدِيرٌ
29:20
Zeg: "Reist dus op de aarde rond en kijkt hoe Hij met de schepping is begonnen. Dan laat God de laatste totstandkoming ontstaan. God is almachtig. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:21
يُعَذِّبُ مَن يَشَآءُ وَيَرْحَمُ مَن يَشَآءُ ۖ وَإِلَيْهِ تُقْلَبُونَ
29:21
Hij bestraft wie Hij wil en Hij erbarmt zich over wie Hij wil en tot Hem worden jullie weer teruggebracht. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:22
وَمَآ أَنتُم بِمُعْجِزِينَ فِى ٱلْأَرْضِ وَلَا فِى ٱلسَّمَآءِ ۖ وَمَا لَكُم مِّن دُونِ ٱللَّهِ مِن وَلِىٍّ وَلَا نَصِيرٍ
29:22
Jullie kunnen er op de aarde niets tegen doen noch in de hemel en jullie hebben buiten God geen beschermer en geen helper." - Fred Leemhuis (Dutch)
29:23
وَٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ بِـَٔايَـٰتِ ٱللَّهِ وَلِقَآئِهِۦٓ أُو۟لَـٰٓئِكَ يَئِسُوا۟ مِن رَّحْمَتِى وَأُو۟لَـٰٓئِكَ لَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ
29:23
Zij die ongelovig zijn aan Gods tekenen en aan de ontmoeting met Hem, zij zijn het die aan Mijn barmhartigheid wanhopen. Zij zijn het voor wie er een pijnlijke bestraffing is. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:24
فَمَا كَانَ جَوَابَ قَوْمِهِۦٓ إِلَّآ أَن قَالُوا۟ ٱقْتُلُوهُ أَوْ حَرِّقُوهُ فَأَنجَىٰهُ ٱللَّهُ مِنَ ٱلنَّارِ ۚ إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَـٰتٍ لِّقَوْمٍ يُؤْمِنُونَ
29:24
Het antwoord van zijn volk was slechts dat zij zeiden: "Doodt hem of verbrandt hem." Maar God redde hem van het vuur. Daarin zijn tekenen voor mensen die geloven. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:25
وَقَالَ إِنَّمَا ٱتَّخَذْتُم مِّن دُونِ ٱللَّهِ أَوْثَـٰنًا مَّوَدَّةَ بَيْنِكُمْ فِى ٱلْحَيَوٰةِ ٱلدُّنْيَا ۖ ثُمَّ يَوْمَ ٱلْقِيَـٰمَةِ يَكْفُرُ بَعْضُكُم بِبَعْضٍ وَيَلْعَنُ بَعْضُكُم بَعْضًا وَمَأْوَىٰكُمُ ٱلنَّارُ وَمَا لَكُم مِّن نَّـٰصِرِينَ
29:25
En hij zei: "Jullie hebben je in plaats van God slechts afgoden genomen om jullie onderlinge liefde in het tegenwoordige leven [te bestendigen], maar op de opstandingsdag willen jullie elkaar niet meer kennen en vervloeken jullie elkaar; jullie verblijfplaats is het vuur en jullie zullen geen helpers hebbent * - Fred Leemhuis (Dutch)
29:26
۞ فَـَٔامَنَ لَهُۥ لُوطٌ ۘ وَقَالَ إِنِّى مُهَاجِرٌ إِلَىٰ رَبِّىٓ ۖ إِنَّهُۥ هُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلْحَكِيمُ
29:26
Maar Loet geloofde hem en zei: "Ik wijk naar mijn Heer uit; Hij is de machtige, de wijze." - Fred Leemhuis (Dutch)
29:27
وَوَهَبْنَا لَهُۥٓ إِسْحَـٰقَ وَيَعْقُوبَ وَجَعَلْنَا فِى ذُرِّيَّتِهِ ٱلنُّبُوَّةَ وَٱلْكِتَـٰبَ وَءَاتَيْنَـٰهُ أَجْرَهُۥ فِى ٱلدُّنْيَا ۖ وَإِنَّهُۥ فِى ٱلْـَٔاخِرَةِ لَمِنَ ٱلصَّـٰلِحِينَ
29:27
En Wij hebben hem Ishaak en Ja'koeb geschonken en Wij hebben in zijn nageslacht het profeetschap en het boek tot stand gebracht. En Wij hebben hem zijn loon in het tegenwoordige leven gegeven en in het hiernamaals behoort hij tot de rechtschapenen. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:28
وَلُوطًا إِذْ قَالَ لِقَوْمِهِۦٓ إِنَّكُمْ لَتَأْتُونَ ٱلْفَـٰحِشَةَ مَا سَبَقَكُم بِهَا مِنْ أَحَدٍ مِّنَ ٱلْعَـٰلَمِينَ
29:28
En Loet. Toen hij tot zijn volk zei: "Jullie begaan een gruweldaad die nog niemand van de wereldbewoners vóór jullie heeft begaan. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:29
أَئِنَّكُمْ لَتَأْتُونَ ٱلرِّجَالَ وَتَقْطَعُونَ ٱلسَّبِيلَ وَتَأْتُونَ فِى نَادِيكُمُ ٱلْمُنكَرَ ۖ فَمَا كَانَ جَوَابَ قَوْمِهِۦٓ إِلَّآ أَن قَالُوا۟ ٱئْتِنَا بِعَذَابِ ٱللَّهِ إِن كُنتَ مِنَ ٱلصَّـٰدِقِينَ
29:29
Zullen jullie tot mannen komen, struikroverij bedrijven en in jullie samenkomst het verwerpelijke begaan?" Het antwoord van zijn volk was slechts dat zij zeiden: "Breng ons dan de bestraffing van God als jij tot hen die gelijk hebben behoort." - Fred Leemhuis (Dutch)
29:30
قَالَ رَبِّ ٱنصُرْنِى عَلَى ٱلْقَوْمِ ٱلْمُفْسِدِينَ
29:30
Hij zei: "Mijn Heer, help mij tegen de verderfbrengende mensen." - Fred Leemhuis (Dutch)
29:31
وَلَمَّا جَآءَتْ رُسُلُنَآ إِبْرَٰهِيمَ بِٱلْبُشْرَىٰ قَالُوٓا۟ إِنَّا مُهْلِكُوٓا۟ أَهْلِ هَـٰذِهِ ٱلْقَرْيَةِ ۖ إِنَّ أَهْلَهَا كَانُوا۟ ظَـٰلِمِينَ
29:31
En toen Onze gezanten met het goede nieuws tot Ibrahiem kwamen zeiden zij: "Wij gaan de mensen van deze stad vernietigen; haar bewoners zijn onrechtplegers." - Fred Leemhuis (Dutch)
29:32
قَالَ إِنَّ فِيهَا لُوطًا ۚ قَالُوا۟ نَحْنُ أَعْلَمُ بِمَن فِيهَا ۖ لَنُنَجِّيَنَّهُۥ وَأَهْلَهُۥٓ إِلَّا ٱمْرَأَتَهُۥ كَانَتْ مِنَ ٱلْغَـٰبِرِينَ
29:32
Hij zei: "Maar Loet is daar!" Zij zeiden: "Wij weten het best wie daar zijn. Wij zullen hem en zijn familie redden, behalve zijn vrouw; zij behoort tot hen die achterblijven." - Fred Leemhuis (Dutch)
29:33
وَلَمَّآ أَن جَآءَتْ رُسُلُنَا لُوطًا سِىٓءَ بِهِمْ وَضَاقَ بِهِمْ ذَرْعًا وَقَالُوا۟ لَا تَخَفْ وَلَا تَحْزَنْ ۖ إِنَّا مُنَجُّوكَ وَأَهْلَكَ إِلَّا ٱمْرَأَتَكَ كَانَتْ مِنَ ٱلْغَـٰبِرِينَ
29:33
En toen Onze gezanten tot Loet kwamen was hij bezorgd over hen en maakte zich ongerust over hen. Maar zij zeiden: "Wees niet bang en wees niet bedroefd; wij zullen jou en jouw familie redden, behalve jouw vrouw; zij behoort tot hen die achterblijven. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:34
إِنَّا مُنزِلُونَ عَلَىٰٓ أَهْلِ هَـٰذِهِ ٱلْقَرْيَةِ رِجْزًا مِّنَ ٱلسَّمَآءِ بِمَا كَانُوا۟ يَفْسُقُونَ
29:34
Wij zullen over de bewoners van deze stad een plaag uit de hemel laten neerdalen omdat zij verdorven waren." - Fred Leemhuis (Dutch)
29:35
وَلَقَد تَّرَكْنَا مِنْهَآ ءَايَةًۢ بَيِّنَةً لِّقَوْمٍ يَعْقِلُونَ
29:35
En Wij lieten er een duidelijk teken van over voor mensen die verstandig zijn. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:36
وَإِلَىٰ مَدْيَنَ أَخَاهُمْ شُعَيْبًا فَقَالَ يَـٰقَوْمِ ٱعْبُدُوا۟ ٱللَّهَ وَٱرْجُوا۟ ٱلْيَوْمَ ٱلْـَٔاخِرَ وَلَا تَعْثَوْا۟ فِى ٱلْأَرْضِ مُفْسِدِينَ
29:36
En tot Madjan hun broeder Sjoe'aib. Hij zei: "Mijn volk! Dient God en verwacht de laatste dag en veroorzaakt geen ellende op de aarde door verderf te zaaien." - Fred Leemhuis (Dutch)
29:37
فَكَذَّبُوهُ فَأَخَذَتْهُمُ ٱلرَّجْفَةُ فَأَصْبَحُوا۟ فِى دَارِهِمْ جَـٰثِمِينَ
29:37
Maar zij betichtten hem van leugens en toen greep de aardbeving hen en lagen zij 's morgens in hun woning dood op de grond. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:38
وَعَادًا وَثَمُودَا۟ وَقَد تَّبَيَّنَ لَكُم مِّن مَّسَـٰكِنِهِمْ ۖ وَزَيَّنَ لَهُمُ ٱلشَّيْطَـٰنُ أَعْمَـٰلَهُمْ فَصَدَّهُمْ عَنِ ٱلسَّبِيلِ وَكَانُوا۟ مُسْتَبْصِرِينَ
29:38
En de 'Aad en de Thamoed! Dat is jullie duidelijk geworden uit hun woonhuizen. De satan had voor hen hun daden mooi laten lijken en hun de weg versperd, hoewel zij toch inzicht hadden. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:39
وَقَـٰرُونَ وَفِرْعَوْنَ وَهَـٰمَـٰنَ ۖ وَلَقَدْ جَآءَهُم مُّوسَىٰ بِٱلْبَيِّنَـٰتِ فَٱسْتَكْبَرُوا۟ فِى ٱلْأَرْضِ وَمَا كَانُوا۟ سَـٰبِقِينَ
29:39
En Karoen en Fir'aun en Hamaan. Moesa was met de duidelijke bewijzen tot hen gekomen, maar zij waren hoogmoedig in het land en toch konden zij niet ontkomen. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:40
فَكُلًّا أَخَذْنَا بِذَنۢبِهِۦ ۖ فَمِنْهُم مَّنْ أَرْسَلْنَا عَلَيْهِ حَاصِبًا وَمِنْهُم مَّنْ أَخَذَتْهُ ٱلصَّيْحَةُ وَمِنْهُم مَّنْ خَسَفْنَا بِهِ ٱلْأَرْضَ وَمِنْهُم مَّنْ أَغْرَقْنَا ۚ وَمَا كَانَ ٱللَّهُ لِيَظْلِمَهُمْ وَلَـٰكِن كَانُوٓا۟ أَنفُسَهُمْ يَظْلِمُونَ
29:40
Dus grepen Wij een ieder voor zijn zonde. Tegen sommigen stuurden Wij een zandstorm. Anderen greep de schreeuw. Weer anderen lieten Wij met de aarde wegzinken en er waren er die Wij lieten verdrinken. Toch was het niet zo dat God hun onrecht aandeed, maar zij deden zichzelf onrecht aan. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:41
مَثَلُ ٱلَّذِينَ ٱتَّخَذُوا۟ مِن دُونِ ٱللَّهِ أَوْلِيَآءَ كَمَثَلِ ٱلْعَنكَبُوتِ ٱتَّخَذَتْ بَيْتًا ۖ وَإِنَّ أَوْهَنَ ٱلْبُيُوتِ لَبَيْتُ ٱلْعَنكَبُوتِ ۖ لَوْ كَانُوا۟ يَعْلَمُونَ
29:41
Zij die zich in plaats van God beschermers hebben genomen lijken bijvoorbeeld op de spin die zich een huis genomen heeft. En het brooste huis is toch het huis van de spin. Als zij dat maar wisten. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:42
إِنَّ ٱللَّهَ يَعْلَمُ مَا يَدْعُونَ مِن دُونِهِۦ مِن شَىْءٍ ۚ وَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلْحَكِيمُ
29:42
God kent alles wat zij in plaats van Hem aanroepen; Hij is de machtige, de wijze. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:43
وَتِلْكَ ٱلْأَمْثَـٰلُ نَضْرِبُهَا لِلنَّاسِ ۖ وَمَا يَعْقِلُهَآ إِلَّا ٱلْعَـٰلِمُونَ
29:43
Dit zijn de vergelijkingen die Wij voor de mensen maken, maar slechts zij die kennis hebben begrijpen ze. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:44
خَلَقَ ٱللَّهُ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضَ بِٱلْحَقِّ ۚ إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً لِّلْمُؤْمِنِينَ
29:44
God heeft de hemelen en de aarde in waarheid geschapen. Daarin is een teken voor de gelovigen. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:45
ٱتْلُ مَآ أُوحِىَ إِلَيْكَ مِنَ ٱلْكِتَـٰبِ وَأَقِمِ ٱلصَّلَوٰةَ ۖ إِنَّ ٱلصَّلَوٰةَ تَنْهَىٰ عَنِ ٱلْفَحْشَآءِ وَٱلْمُنكَرِ ۗ وَلَذِكْرُ ٱللَّهِ أَكْبَرُ ۗ وَٱللَّهُ يَعْلَمُ مَا تَصْنَعُونَ
29:45
Lees voor wat aan jou van het boek is geopenbaard en verricht de salaat; de salaat verbiedt wat gruwelijk en verwerpelijk is. Maar het gedenken Gods is geweldiger. En God weet wat jullie doen. * - Fred Leemhuis (Dutch)
29:46
۞ وَلَا تُجَـٰدِلُوٓا۟ أَهْلَ ٱلْكِتَـٰبِ إِلَّا بِٱلَّتِى هِىَ أَحْسَنُ إِلَّا ٱلَّذِينَ ظَلَمُوا۟ مِنْهُمْ ۖ وَقُولُوٓا۟ ءَامَنَّا بِٱلَّذِىٓ أُنزِلَ إِلَيْنَا وَأُنزِلَ إِلَيْكُمْ وَإِلَـٰهُنَا وَإِلَـٰهُكُمْ وَٰحِدٌ وَنَحْنُ لَهُۥ مُسْلِمُونَ
29:46
Twist met de mensen van het boek slechts op de beste manier, behalve met degenen onder hen die onrecht plegen, en zegt: "Wij geloven in wat naar ons is neergezonden en in wat naar jullie is neergezonden. Onze god en jullie god is één. En wij geven ons over aan Hem." - Fred Leemhuis (Dutch)
29:47
وَكَذَٰلِكَ أَنزَلْنَآ إِلَيْكَ ٱلْكِتَـٰبَ ۚ فَٱلَّذِينَ ءَاتَيْنَـٰهُمُ ٱلْكِتَـٰبَ يُؤْمِنُونَ بِهِۦ ۖ وَمِنْ هَـٰٓؤُلَآءِ مَن يُؤْمِنُ بِهِۦ ۚ وَمَا يَجْحَدُ بِـَٔايَـٰتِنَآ إِلَّا ٱلْكَـٰفِرُونَ
29:47
Zo hebben Wij het boek naar jou neergezonden en zij aan wie Wij het boek gegeven hebben geloven erin. En ook onder dezen hier zijn er die erin geloven. Slechts de ongelovigen verwerpen Onze tekenen. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:48
وَمَا كُنتَ تَتْلُوا۟ مِن قَبْلِهِۦ مِن كِتَـٰبٍ وَلَا تَخُطُّهُۥ بِيَمِينِكَ ۖ إِذًا لَّٱرْتَابَ ٱلْمُبْطِلُونَ
29:48
Jij hebt tevoren geen boek voorgelezen, noch met je rechterhand opgeschreven; dan zouden zij twijfelen die zeggen dat het niet waar is. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:49
بَلْ هُوَ ءَايَـٰتٌۢ بَيِّنَـٰتٌ فِى صُدُورِ ٱلَّذِينَ أُوتُوا۟ ٱلْعِلْمَ ۚ وَمَا يَجْحَدُ بِـَٔايَـٰتِنَآ إِلَّا ٱلظَّـٰلِمُونَ
29:49
Integendeel, het zijn duidelijke tekenen in de harten van hen aan wie de kennis gegeven is. Slechts de onrechtplegers verwerpen Onze tekenen. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:50
وَقَالُوا۟ لَوْلَآ أُنزِلَ عَلَيْهِ ءَايَـٰتٌ مِّن رَّبِّهِۦ ۖ قُلْ إِنَّمَا ٱلْـَٔايَـٰتُ عِندَ ٱللَّهِ وَإِنَّمَآ أَنَا۠ نَذِيرٌ مُّبِينٌ
29:50
En zij zeggen: "Had er dan geen teken van zijn Heer vandaan tot hem neergezonden kunnen worden?" Zeg: "De tekenen zijn slechts bij God en ik ben alleen maar een duidelijke waarschuwer." - Fred Leemhuis (Dutch)
29:51
أَوَلَمْ يَكْفِهِمْ أَنَّآ أَنزَلْنَا عَلَيْكَ ٱلْكِتَـٰبَ يُتْلَىٰ عَلَيْهِمْ ۚ إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَرَحْمَةً وَذِكْرَىٰ لِقَوْمٍ يُؤْمِنُونَ
29:51
Is het dan niet genoeg voor hen dat Wij tot jou het boek hebben neergezonden dat aan hen wordt voorgelezen? Daarin is barmhartigheid en een vermaning voor mensen die geloven. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:52
قُلْ كَفَىٰ بِٱللَّهِ بَيْنِى وَبَيْنَكُمْ شَهِيدًا ۖ يَعْلَمُ مَا فِى ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ ۗ وَٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ بِٱلْبَـٰطِلِ وَكَفَرُوا۟ بِٱللَّهِ أُو۟لَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلْخَـٰسِرُونَ
29:52
Zeg: "God is goed genoeg als getuige tussen mij en jullie. Hij weet wat er in de hemelen en de aarde is. En zij die in het onware geloven en aan God geen geloof hechten, zij zijn het die de verliezers zijn." - Fred Leemhuis (Dutch)
29:53
وَيَسْتَعْجِلُونَكَ بِٱلْعَذَابِ ۚ وَلَوْلَآ أَجَلٌ مُّسَمًّى لَّجَآءَهُمُ ٱلْعَذَابُ وَلَيَأْتِيَنَّهُم بَغْتَةً وَهُمْ لَا يَشْعُرُونَ
29:53
En zij willen van jou dat de bestraffing wordt verhaast. En als er geen vastgestelde termijn was, dan was de bestraffing tot hen gekomen; dan was hij onverwachts tot hen gekomen terwijl zij het niet beseften. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:54
يَسْتَعْجِلُونَكَ بِٱلْعَذَابِ وَإِنَّ جَهَنَّمَ لَمُحِيطَةٌۢ بِٱلْكَـٰفِرِينَ
29:54
Zij willen van jou dat de bestraffing wordt verhaast. Welnu, de hel zal de ongelovigen omvatten. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:55
يَوْمَ يَغْشَىٰهُمُ ٱلْعَذَابُ مِن فَوْقِهِمْ وَمِن تَحْتِ أَرْجُلِهِمْ وَيَقُولُ ذُوقُوا۟ مَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ
29:55
Op de dag dat de bestraffing hen van boven af en van onder hun voeten vandaan bedekt en Hij zegt: "Proeft wat jullie aan het doen waren." - Fred Leemhuis (Dutch)
29:56
يَـٰعِبَادِىَ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓا۟ إِنَّ أَرْضِى وَٰسِعَةٌ فَإِيَّـٰىَ فَٱعْبُدُونِ
29:56
Mijn dienaren die geloven! Mijn aarde is ruim, dient Mij dus! - Fred Leemhuis (Dutch)
29:57
كُلُّ نَفْسٍ ذَآئِقَةُ ٱلْمَوْتِ ۖ ثُمَّ إِلَيْنَا تُرْجَعُونَ
29:57
Iedereen zal de dood proeven; dan zullen jullie tot Ons teruggebracht worden. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:58
وَٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّـٰلِحَـٰتِ لَنُبَوِّئَنَّهُم مِّنَ ٱلْجَنَّةِ غُرَفًا تَجْرِى مِن تَحْتِهَا ٱلْأَنْهَـٰرُ خَـٰلِدِينَ فِيهَا ۚ نِعْمَ أَجْرُ ٱلْعَـٰمِلِينَ
29:58
En aan hen die geloven en de deugdelijke daden doen zullen Wij [feest]zalen toewijzen in de tuin waar de rivieren onderdoor stromen; zij zullen altijd daarin blijven. Dat is pas een goed loon voor hen die [goed] doen, - Fred Leemhuis (Dutch)
29:59
ٱلَّذِينَ صَبَرُوا۟ وَعَلَىٰ رَبِّهِمْ يَتَوَكَّلُونَ
29:59
die geduldig volharden en op hun Heer hun vertrouwen stellen. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:60
وَكَأَيِّن مِّن دَآبَّةٍ لَّا تَحْمِلُ رِزْقَهَا ٱللَّهُ يَرْزُقُهَا وَإِيَّاكُمْ ۚ وَهُوَ ٱلسَّمِيعُ ٱلْعَلِيمُ
29:60
En hoeveel dieren zijn er die hun levensbehoeften niet dragen. God voorziet in hun onderhoud en dat van jullie; Hij is de horende, de wetende. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:61
وَلَئِن سَأَلْتَهُم مَّنْ خَلَقَ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضَ وَسَخَّرَ ٱلشَّمْسَ وَٱلْقَمَرَ لَيَقُولُنَّ ٱللَّهُ ۖ فَأَنَّىٰ يُؤْفَكُونَ
29:61
Maar als jij hun vraagt wie de hemelen en de aarde geschapen en de zon en de maan dienstbaar gemaakt heeft, dan zeggen zij: "God." Hoe kunnen zij dan zo zijn afgeleid? - Fred Leemhuis (Dutch)
29:62
ٱللَّهُ يَبْسُطُ ٱلرِّزْقَ لِمَن يَشَآءُ مِنْ عِبَادِهِۦ وَيَقْدِرُ لَهُۥٓ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ بِكُلِّ شَىْءٍ عَلِيمٌ
29:62
God voorziet ruimschoots in het levensonderhoud van wie Hij wil en ook met mate. God is alwetend. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:63
وَلَئِن سَأَلْتَهُم مَّن نَّزَّلَ مِنَ ٱلسَّمَآءِ مَآءً فَأَحْيَا بِهِ ٱلْأَرْضَ مِنۢ بَعْدِ مَوْتِهَا لَيَقُولُنَّ ٱللَّهُ ۚ قُلِ ٱلْحَمْدُ لِلَّهِ ۚ بَلْ أَكْثَرُهُمْ لَا يَعْقِلُونَ
29:63
En als jij hun vraagt wie uit de hemel water laat neerdalen om daarmee de aarde te doen herleven nadat zij dood was dan zeggen zij: "God." Zeg: "Lof zij God!" Maar de meesten van hen zijn niet verstandig. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:64
وَمَا هَـٰذِهِ ٱلْحَيَوٰةُ ٱلدُّنْيَآ إِلَّا لَهْوٌ وَلَعِبٌ ۚ وَإِنَّ ٱلدَّارَ ٱلْـَٔاخِرَةَ لَهِىَ ٱلْحَيَوَانُ ۚ لَوْ كَانُوا۟ يَعْلَمُونَ
29:64
Dit tegenwoordige leven is slechts tijdverdrijf en spel, maar de laatste woning, dat is het ware leven. Als zij het maar wisten. - Fred Leemhuis (Dutch)
29:65
فَإِذَا رَكِبُوا۟ فِى ٱلْفُلْكِ دَعَوُا۟ ٱللَّهَ مُخْلِصِينَ لَهُ ٱلدِّينَ فَلَمَّا نَجَّىٰهُمْ إِلَى ٱلْبَرِّ إِذَا هُمْ يُشْرِكُونَ
29:65
En wanneer zij aan boord van een schip gaan roepen zij God aan terwijl zij de godsdienst geheel aan Hem wijden, maar wanneer Hij hen dan gered en aan land gebracht heeft, dan bedrijven zij veelgodendienst - Fred Leemhuis (Dutch)
29:66
لِيَكْفُرُوا۟ بِمَآ ءَاتَيْنَـٰهُمْ وَلِيَتَمَتَّعُوا۟ ۖ فَسَوْفَ يَعْلَمُونَ
29:66
om ondankbaar te zijn voor wat Wij hun gegeven hebben en om te genieten. Maar zij zullen het weten! - Fred Leemhuis (Dutch)
29:67
أَوَلَمْ يَرَوْا۟ أَنَّا جَعَلْنَا حَرَمًا ءَامِنًا وَيُتَخَطَّفُ ٱلنَّاسُ مِنْ حَوْلِهِمْ ۚ أَفَبِٱلْبَـٰطِلِ يُؤْمِنُونَ وَبِنِعْمَةِ ٱللَّهِ يَكْفُرُونَ
29:67
Hebben zij dan niet gezien dat Wij een heilige en veilige plaats gemaakt hebben, terwijl de mensen rondom weggerukt worden? Geloven zij dan in de onzin, terwijl zij aan Gods genade geen geloof hechten? - Fred Leemhuis (Dutch)
29:68
وَمَنْ أَظْلَمُ مِمَّنِ ٱفْتَرَىٰ عَلَى ٱللَّهِ كَذِبًا أَوْ كَذَّبَ بِٱلْحَقِّ لَمَّا جَآءَهُۥٓ ۚ أَلَيْسَ فِى جَهَنَّمَ مَثْوًى لِّلْكَـٰفِرِينَ
29:68
En wie is er zondiger dan wie over God bedrog verzint of de waarheid loochent wanneer zij tot hem komt? Is er in de hel niet een verblijfplaats voor de ongelovigen? - Fred Leemhuis (Dutch)
29:69
وَٱلَّذِينَ جَـٰهَدُوا۟ فِينَا لَنَهْدِيَنَّهُمْ سُبُلَنَا ۚ وَإِنَّ ٱللَّهَ لَمَعَ ٱلْمُحْسِنِينَ
29:69
En hen die zich voor Ons inzetten zullen Wij op Onze wegen leiden. God is met hen die goed doen. - Fred Leemhuis (Dutch)