Selected

Original Text
Sofian S. Siregar

Available Translations

3 'Āli `Imrān آلِ عِمْرَان

< Previous   200 Āyah   Family of Imran      Next >  

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ
In the name of Allah, Most Gracious, Most Merciful.

3:135 وَٱلَّذِينَ إِذَا فَعَلُوا۟ فَـٰحِشَةً أَوْ ظَلَمُوٓا۟ أَنفُسَهُمْ ذَكَرُوا۟ ٱللَّهَ فَٱسْتَغْفَرُوا۟ لِذُنُوبِهِمْ وَمَن يَغْفِرُ ٱلذُّنُوبَ إِلَّا ٱللَّهُ وَلَمْ يُصِرُّوا۟ عَلَىٰ مَا فَعَلُوا۟ وَهُمْ يَعْلَمُونَ
3:135 En degenen die, als zij een zedeloosheid begaan hebben, of zichzelf onrecht aangedaan hebben, daarna Allah gedenken en dan vergeving voor hun zonden vragen, en niemand vergeeft de zonden behalve Allah En zij volharden niet in wat zij deden, terwijl zij (het) weten. - Sofian S. Siregar (Dutch)