Selected

Original Text
Sofian S. Siregar

Available Translations

4 An-Nisā' ٱلنِّسَاء

< Previous   176 Āyah   The Women      Next >  

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ
In the name of Allah, Most Gracious, Most Merciful.

4:97 إِنَّ ٱلَّذِينَ تَوَفَّىٰهُمُ ٱلْمَلَـٰٓئِكَةُ ظَالِمِىٓ أَنفُسِهِمْ قَالُوا۟ فِيمَ كُنتُمْ ۖ قَالُوا۟ كُنَّا مُسْتَضْعَفِينَ فِى ٱلْأَرْضِ ۚ قَالُوٓا۟ أَلَمْ تَكُنْ أَرْضُ ٱللَّهِ وَٰسِعَةً فَتُهَاجِرُوا۟ فِيهَا ۚ فَأُو۟لَـٰٓئِكَ مَأْوَىٰهُمْ جَهَنَّمُ ۖ وَسَآءَتْ مَصِيرًا
4:97 Voorwaar, (tot) degenen waarvan de zielen door de Engelen worden meegenomen, en die onrechtvaardig waren, zeggen zij: "In wat voor toestand waren jullie (toen jullie stierven)?" Zij zeggen: "Wij waren de onderdrukten op aarde." Zij (de Engelen) zeggen: "Was de aarde van Allah niet (zo) uitgestrekt dat jullie daarop hadden kunnen uitwijken?" Zij zijn degenen wiens verblijfplaats de Hel is. Het is de slechtste bestemming! - Sofian S. Siregar (Dutch)