Selected

Original Text
Sofian S. Siregar

Available Translations

6 Al-'An`ām ٱلْأَنْعَام

< Previous   165 Āyah   The Cattle      Next >  

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ
In the name of Allah, Most Gracious, Most Merciful.

6:91 وَمَا قَدَرُوا۟ ٱللَّهَ حَقَّ قَدْرِهِۦٓ إِذْ قَالُوا۟ مَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ عَلَىٰ بَشَرٍ مِّن شَىْءٍ ۗ قُلْ مَنْ أَنزَلَ ٱلْكِتَـٰبَ ٱلَّذِى جَآءَ بِهِۦ مُوسَىٰ نُورًا وَهُدًى لِّلنَّاسِ ۖ تَجْعَلُونَهُۥ قَرَاطِيسَ تُبْدُونَهَا وَتُخْفُونَ كَثِيرًا ۖ وَعُلِّمْتُم مَّا لَمْ تَعْلَمُوٓا۟ أَنتُمْ وَلَآ ءَابَآؤُكُمْ ۖ قُلِ ٱللَّهُ ۖ ثُمَّ ذَرْهُمْ فِى خَوْضِهِمْ يَلْعَبُونَ
6:91 En zij hebben Allah niet waarheidsgetrouw ingeschat, toen zij zeiden: "Allah heeft niets aan de mens doen neerdalen." Zeg (O Moehammad): "Wie zond de Schrift dan neer die tot Môesa kwam als een licht en als Leiding voor de mensen? Jullie maken er perkament van om te laten zien, maar jullie verbergen er veel (van). Er wordt jullie in geleerd wat jullie niet geleerd was, noch jullie vaderen." Zeg: "Allah (zond het neer)." En laat hen zich dan vermaken met hun ijdele praat. - Sofian S. Siregar (Dutch)